Hersentruc 3, die ons belet om negatieve gewoonten aan te pakken.

De hersenen associëren soms ‘het slechte’ onbewust met iets fijns. Aan negatieve gewoonten en psychische klachten kleven vaak onzichtbare voordeeltjes. Het hebben van klachten of slechte gewoonten heeft, naast de voor de hand liggende geneugten (zoals niet werken), vaak ook andere minder opzichte fijne kanten. Soms krijgen we daardoor extra aandacht op privileges en worden we van vervelende taken en verplichtingen ontheven. Onze partner zegt dan eerder: ‘Ah, wat sneu dat je je zo belabberd voelt, ik ga wel even alleen naar de ouderavond.’ Dat noemen we ziekte-winst. Dat kan maken dat we stiekem niet zo gemotiveerd zullen zijn om de klachten echt aan te pakken. Vaak is ook de identificatie met een groep of sociale setting – en het daarbij willen horen – een belangrijke reden waarom we dingen doen die we van nature niet eens zouden willen doen. Veel rokers zijn zo begonnen.  Dit ‘groepslidmaatschap’ maakt verandering ook een stuk lastiger.

groepsgedrag uit de bosch ontwikkeling