Met diepe teugen

Een jongeman was in opleiding bij een soefi-meester. Hij kreeg de opdracht zonder eten of drinken de woestijn in te gaan en daar vijf dagen te blijven. Hij stond bekend als de meest gedisciplineerde leerling van de meester, dus hij gedroeg zich ook zo.

Hij kwam de eerste vier dagen dankzij zijn ijzeren wilskracht door. Hij had geen enkel probleem met niet-eten, maar wel met niet-drinken. Toen zijn mond zo droog werd als het zand waarover hij liep, kon hij nergens anders meer aan denken. Op de middag van de vijfde dag, toen zijn beproeving bijna ten einde was, bewoog hij zich struikelend hij en vallend over het brandende zand.

Toen zag hij plosteling een oase. Hij dacht: “Dat is een luchtspiegeling….. of ik loop te ijlen”. Maar het was echt zo: daar lag een koele, heldere bron, omgeven door groene en bloeiende planten. De jongeman viel op zijn knieën en stond, buiten zichzelf van vreugde, op het punt een diepe teug te nemen toen hij zijn spiegelbeeld in het water zag, dat hem eraan herinnerde dat hij nog twee uur voor de boeg had.

Oase

Met inspanning van al zijn krachten kwam hij overeind, draaide de oase de rug toe en liep langzaam weg, weer de woestijn in. Hij voelde een oprechte, gerechtvaardigde trots dat hij zo sterk van geest was.

Opeens drong tot hem door dat hij veel meer last had van zijn arrogantie en trots dan van zijn dorst. Hij liep terug naar de oase en met nog één uur te gaan dronk hij het heldere water met diepe teugen.