Hersentruc 3, die ons belet om negatieve gewoonten aan te pakken.

De hersenen associëren soms ‘het slechte’ onbewust met iets fijns. Aan negatieve gewoonten en psychische klachten kleven vaak onzichtbare voordeeltjes. Het hebben van klachten of slechte gewoonten heeft, naast de voor de hand liggende geneugten (zoals niet werken), vaak ook andere minder opzichte fijne kanten. Soms krijgen we daardoor extra aandacht op privileges en worden we van vervelende taken en verplichtingen ontheven. Onze partner zegt dan eerder: ‘Ah, wat sneu dat je je zo belabberd voelt, ik ga wel even alleen naar de ouderavond.’ Dat noemen we ziekte-winst. Dat kan maken dat we stiekem niet zo gemotiveerd zullen zijn om de klachten echt aan te pakken. Vaak is ook de identificatie met een groep of sociale setting – en het daarbij willen horen – een belangrijke reden waarom we dingen doen die we van nature niet eens zouden willen doen. Veel rokers zijn zo begonnen.  Dit ‘groepslidmaatschap’ maakt verandering ook een stuk lastiger.

groepsgedrag uit de bosch ontwikkeling

Hersentruc 2, die ons belet om negatieve gewoonten aan te pakken.

We proberen ons zelfbeeld in tact te houden. De tweede hersentruc heeft te maken met het beschermen van ons zelfbeeld. Liever voelen we ons niet verantwoordelijk voor onze missers. We zeggen: ‘ Ik kon helaas het klusje niet doen, ik moest onverwachts mijn schoonmoeder van Schiphol halen.’ In plaats van: ‘Sorry, ik was lui en heb het gewoon niet gedaan.’ Mensen neigen er over het algemeen toe om succes aan zichzelf toe te schrijven en mislukkingen aan de buitenwereld. Ons zelfbeeld komt op die manier niet in gevaar, en dat beschermt tegen depressie en negatieve, pijnlijke gedachten. Deze truc zorgt er voor dat wij ‘ontspannen’, omdat we toch niks aan ‘mislukkingen’ kunnen doen. Het ligt aan je partner, de economische crisis, het feit dat je met ADHD bent gediagnosticeerd of dat je vader ook altijd vreemdging. Het is niet meer echt jouw verantwoordelijkheid, denk je…

Verantwoordelijkheid uit de bosch ontwikkeling

Hersentruc 1, die ons belet om negatieven gewoonten aan te pakken.

Cognitieve dissonantiereductie.

Zelfs als we maar al te goed weten dat ons gedrag ons op lange termijn beschadigt (zoals roken), zullen we om die spanning te verlagen toch zo lang mogelijk proberen vol te houden dat de ‘schade’ wel mee zal vallen: ‘Mijn stokoude opa heeft zijn hele leven gerookt en jenever gedronken.’ Of we menen dat de voordelen uiteindelijk zwaarder wegen dan de nadelen: ‘ Wat is het leven waard als je niet geniet?’ Ook kul-argumenten gaan tellen: ‘Rokers zijn leukere mensen.’ Als weg op een gegeven moment wel besluiten te veranderen dan worden we nog steeds tegengehouden doordat we de doelen vaag houden, uitstellen (‘Na mijn dertigste stop ik echt’) of naar beneden stellen (‘Ik rook alleen nog als ik me klote voel’).

stoppen met roken uit de bosch ontwikkeling

Bootje in de mist

Stel we zitten in een bootje op een meer, het is een beetje mistig en we zijn lekker aan het roeien en genieten ervan. Plotseling duikt uit de mist een ander bootje op dat recht op ons afkomt. En… boem! Eén moment zijn we echt kwaad — wat doet die idioot nou? Ik heb net mijn boot geschilderd! En daar vaart hij zo — boem! — tegen me op. Dan zien we ineens dat die roeiboot leeg is. Wat gebeurt er met onze kwaadheid? Nou, die zakt in elkaar… Ik moet gewoon mijn boot opnieuw schilderen, dat is alles. Maar als er in die roeiboot die tegen de onze opbotste wel iemand had gezeten, hoe hadden we dan gereageerd? Je weet wat er zou zijn gebeurd!

Onze aanvaringen in het leven, met andere mensen, met gebeurtenissen, lijken op een botsing met een lege roeiboot. Maar zo ervaren we het leven niet. We ervaren het alsof er wel mensen in die andere boot zitten en alsof we werkelijk door hen worden belaagd.

Denk even na voordat je iets zegt of iets doet. Evalueer wat het gebeurde voor je betekent en kies dan pas voor een eventuele (re)actie.

bootje in de mist uit de bosch ontwikkeling

De Dierenschool

Op een dag kwamen de dieren uit het bos bijeen en zeiden: “We moeten een school stichten. Een school voor dieren om echt en volledig DIER te kunnen worden.” En ze vroegen een klein groepje uit hun midden om een leerplan te maken voor de school. De commissie ging meteen aan het werk. Het konijn stond er op dat ‘hardlopen’ in het programma werd opgenomen. De torenvalk vond ‘kunstvliegen’ het belangrijkste. De karper maakte duidelijk dat ‘geruisloos zwemmen’ erbij moest en de eekhoorn maakte zich sterk voor het onderdeel ‘klimmen tegen kaarsrechte stammen van torenhoge bomen’.
En zo geschiedde. De school werd opengesteld. De schoolleiding zei dat de dieren zich in alle vakken moesten bekwamen. Om echt DIER te kunnen zijn. Toen ging er iets verschrikkelijks fout. Het konijntje was wereldkampioen hardlopen. Geen dier kon zo snel wegsprinten en haken slaan als hij. De schoolleiding vond dat het voor het konijntje belangrijk was, voor lichaam en geest, dat hij zich ook bekwaamde in het vliegen. Men zette het konijntje op een hoge tak en zei: “Toon ons je vliegkunsten.” Het arme dier sprong, tuimelde naar beneden, brak een achterpoot en kreeg tijdens het vallen een gat in z’n hoofd. Zo kwam het dat hij voor het hardlopen toch niet meer dan een 6 kreeg in plaats van een 10. Maar voor vliegen kreeg hij een 3 in plaats van een 1. Want hij had het toch maar geprobeerd. De schoolleiding was zeer tevreden. Met open mond zagen de dieren hoe de torenvalk – tijdens de opwarming – zijn acrobatische kunsten in de lucht vertoonde. Toch merkte de schoolleiding, dat het voor een valk van grote waarde was als hij, net als het konijn, holen kon graven in de grond. De valk deed nu zijn uiterste best, brak jammer genoeg zijn snavel en kneusde zijn vleugels. Waardoor hij nauwelijks nog kon vliegen en in plaats van een 10 met een 5 eindigde. Maar op holen graven haalde hij een 4 in plaats van een 1. En evenzo verging het alle andere dieren. En wie haalde ten slotte de beste cijfers? Dat was de hersenloze kwal, die zwibbelend en zwabbelend alle proeven redelijk wist te doorstaan. Haar botten breken kon zij niet – ze had er immers geen. En zo werd zij, zwibbel de zwabbel tot het beste dier van de klas uitgeroepen …
kwal uit de bosch ontwikkeling

Humeur is aanstekelijk; Wat je geeft, krijg je terug.

Een bepaald humeur kan zich verspreiden in een groep. Er is onderzoek gedaan, waarin is aangetoond dat het humeur van een leider van een groep, het humeur van de groepsleden beïnvloedt. Dit gebeurt op zowel individueel als op collectief niveau. De gemoedstoestand van degene met autoriteit of van iemand die gemogen of gerespecteerd wordt, heeft het grootste effect. De oorzaak van deze besmettelijkheid, is dat mensen onbewust elkaar imiteren. Dit doen mensen om zich in te kunnen leven, zodat ze elkaar zo beter kunnen begrijpen. Deze imitatie zorgt ervoor dat het humeur door de imitator wordt overgenomen. Voor een vrolijke en productieve groep, begin je dus bij jezelf! Wees positief en deze vibe zal zich als een lopend vuurtje verspreiden over je team/afdeling/commissie/et cetera.

spiegelen uit de bosch ontwikkeling

Tijdverspilling

Een oude vrouw keek op een ochtend in de spiegel.
Ze had nog drie haren op haar hoofd. Ze zei tegen zichzelf: “Ik denk dat ik mijn haar ga vlechten vandaag.”
Dus ze vlocht haar drie haren en ze had een geweldige dag.

Enkele dagen later keek ze in de spiegel en ze zag dat ze nog maar twee haren had.
“Hmm, twee haren … Vandaag wordt het een scheiding in het midden.”
Ze kamde een scheiding tussen haar twee haren en had, zoals altijd, een geweldige dag.

Een paar weken later zag ze dat ze nog maar één haar op haar hoofd had.
“Eén haar hè …,” mijmerde ze. “Ik weet het al, ik maak er een paardenstaart van!”
En weer had ze een geweldige dag.

De volgende ochtend keek ze weer in de spiegel.
Ze was helemaal kaal.
“Eindelijk kaal”, zei ze, “Geweldig, hoef ik niet zoveel tijd meer te verspillen aan mijn haar!”

kale vrouw uit de bosch ontwikkeling

Leren

Leren is ontdekken wat je al weet,
doen is laten zien dat je het weet,
onderwijzen is de ander laten voelen
dat hij het ook weet.

Leercirkel Bekwaam

Vergeet het glas niet weer neer te zetten.

Een psychologe liep rond in een zaal om een les stressmanagement te geven. Ze hief een glas water op en iedereen verwachtte dat ze de “half leeg of half vol” -vraag zou stellen. Met een glimlach op haar gezicht, vroeg ze iets anders: “Hoe zwaar is dit glas water?”

De antwoorden liepen uiteen van 150 tot 500 gram.

Ze zei: “Het absolute gewicht doet er niet toe. Hoe zwaar het is hangt af van hoe lang ik het glas vasthoud. Om het een minuut vast te houden is geen probleem. Als ik het een uur vasthoud, krijg ik pijn in mijn arm. Als ik het een hele dag vasthoud, zal mijn arm gevoelloos en verlamd voelen. Het gewicht van het glas verandert niet. Maar hoe langer ik het vasthoud, hoe zwaarder het wordt.”

Ze vervolgde: “De stress en zorgen in het leven zijn als dat glas water. Je kunt het hebben om even stress te hebben. Als je langer stress hebt kan het je gaan schaden. En als je een hele dag stress hebt zal je je verlamd voelen en niet meer zijn in staat om iets te doen”.

Laat je lasten op tijd weer los en houd je avonden en nachten vrij van stress.

Vergeet niet om het glas weer neer te zetten.

glas half vol uit de bosch ontwikkeling

Verlichting

Over verlichting

Milerepa had overal naar Verlichting gezocht, maar kon geen antwoord vinden. Tot hij op een zekere dag een oude man langzaam een bergpad zag aflopen, gebukt onder een zware zak. Onmiddelijk voelde Milarepa aan dat die oude het geheim kende waar hij al jaren wanhopig naar op zoek was.

“Oude man, zeg me alsjeblieft wat je weet. Wat is verlichting?” De oude man lachte naar hem, zwaaide de zware last van zijn schouders en ging rechtop staan.

“Ja, ik snap het!” riep Milarepa uit. “Ik ben u eeuwig dankbaar. Maar alstublieft, nog één vraag…. wat komt er ná verlichting?”

De oude man lachte naar hem en pakte de zak weer op, zwaaide hem over zijn schouder, bracht zijn last in evenwicht en vervolgde zijn weg.

Oud zen verhaal

zen uit de bosch ontwikkeling